Holland

De hemel grootsch en grauw,
daaronder het geweldig laagland met de plassen;
bomen en molens, kerktorens en kassen,
verkaveld door de slooten, zilvergrauw.
dit is mijn land, mijn volk;
dit is de ruimte, waarin ik wil klinken.
laat mij één avond in de plassen blinken,
daarna mag ik verdampen als een wolk.—
 
Hendrik Marsman 1936